Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten
Rokus volgde de opleiding Reclameontwerpen en Fotografie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag van 1945 tot 1949. Docenten waren onder andere Gerard Kiljan, Paul Schuitema en Gerard de Vries.
Opleiding Industriële Vormgeving
Rokus volgde, nadat hij zijn studie grafische vormgeving had afgerond, vanaf 1950 de toen nieuwe opleiding Industriële Vormgeving aan dezelfde academie in Den Haag. Docenten hierbij waren onder andere Gerard Kiljan, Cor Alons en Gerrit Rietveld. Rokus studeerde in 1953 af als eerste gediplomeerd industriële vormgever van Nederland.
Rietveld formuleerde een opdracht voor het ontwerpen van speelgoed; ‘Speelgoed waarbij de verpakking een onderdeel van spel wordt’. Dit in tegenstelling tot wat in die tijd gangbaar was, waarbij speelgoed verpakt was in een doos die vaak weggegooid werd en geen onderdeel was van het spelen.
Rokus bedacht een blokkenwagen die geheel uitneembaar was. De wielen waren aan één kant los van de assen, waardoor de gekleurde lange blokken van de blokkenwagen deel werden van het spel. Rokus schrijft over deze blokkenwagen: 'Een wagen van blokken waar je de blokken in kunt opbergen. Als de wagen uit elkaar gehaald is, heb je lange blokken om verder mee te bouwen, een brug, een dak. . . En als je ophoudt met spelen wordt het weer een wagen met blokken. Je brengt iets op gang en de rest volgt vanzelf.'
De voor de opdracht van Rietveld ontworpen blokkenwagen werd in 1954 aangepast en door Sio in productie genomen.
1952 Radio
Radio's waren in die tijd bakelieten of houten kastjes met een ingebouwde luidspreker achter een geluid doorlatend lapje, passend in traditioneel interieur.
Docent Ontwerpen Kiljan stimuleerde met deze opdracht om er anders over te denken.
Rokus constateerde de onduidelijkheid tussen het ontvangstapparaat en de geluidsweergave. Door de scheiding van functies ontstond een duidelijkheid in vorm. Het contrast in wit en zwart accentueert het verschil in functies.
Doordat ontvanger en luidspreker los van elkaar waren, werden meerdere combinaties van opstellen mogelijk.
1953 Televisie
Televisies waren net als radio's, bruine kasten die moesten passen in het interieur van die tijd. De bovenkant van de kast was horizontaal want "dan kon je er iets op leggen".
Dit ontwerp van een televisietoestel ontstond door vanuit de radio door te denken naar vorm-mogelijkheden voor andere apparatuur.
De televisie kreeg een schuine kap die de beeldbuis in vorm volgde. De kap was afneembaar voor reparaties. Beeld en geluid werden gescheiden in functie en kleur. Links en rechts een luidspreker voor hoge en lage tonen.
1953 Pakhuis
Uit Goed Wonen nr 10, 1953:
De taak die de ontwerper zich stelde, was het vergroten van de speelmogelijkheid, die bij de bestaande modellen uiterst gering is.
1 Het huis is open, het kind kan er met zijn handje in...
2 Het uitstekende dak wekt de indruk van beslotenheid, het moet het nat regenen van de auto's tijdens het laden en lossen voorkomen.
3 De takel is afneembaar en kan ook op een auto geplaatst worden (takelauto).
4 De vloer waarop de takel zit kan uit het pakhuis geschoven worden en bv als kade dienst doen.
5 De auto's zijn uitneembaar, de blokjes zijn ook pakkisten.
6 De benedenruimte is bestemd voor garage en kan met een kettinkje worden afgesloten.
De voorkant van het pakhuisje is niet recht maar is overhellend naar boven, een scheve lijn. Er werd binnen de redactie van Goed Wonen een aparte vergadering gewijd aan de vraag of ze iets konden tentoonstellen met een scheve lijn.
1953 Zeepbakje
Het Instituut voor Industriële Vormgeving schreef in 1953;
De ruime gaten laten verdamping van het vocht aan de onderzijde toe, terwijl - zoals bij langdurig gebruiksproeven door de ontwerper werd ondervonden - er toch geen 'lekken' van het bakje optreedt. Het tweede bezwaar [het aan de voorkant vies worden van het zeepbakje] werd opgeheven doordat de voorkant bij dit nieuwe model is verdwenen en de bodem schuin werd omhoog gebracht.
Rokus ontving voor dit ontwerp de hoogste aanmoedigingsprijs van het Instituut voor Industriële Vormgeving in Amsterdam.